Hoe anders is de situatie nu. De coronacrisis heeft onze
samenleving tot stilstand gebracht, mensen werden ziek of kwamen te overlijden,
ontmoetingen werden in onze Bourgondische stad onmogelijk, toeristen en
winkelend publiek bleven weg uit onze binnenstad en ondernemers zagen van de
ene op de andere dag hun omzet compleet wegvallen. Allerlei verworvenheden die
we als vanzelfsprekend zijn gaan beschouwen, blijken niet zo vanzelfsprekend te
zijn.
In die crisis heeft het college zich positief laten gelden, door te informeren en zekerheid te bieden. Nu de gezondheidscrisis voorlopig onder controle lijkt, is het tijd om vooruit te kijken. Om op zoek te gaan naar een nieuw perspectief. En dat moeten we samen doen, samenleving en stadsbestuur, raad en college en coalitie en oppositie. En als eerder al gezegd, betekent dat ook dat we delen uit het coalitieakkoord voor nu los moeten laten om de actuele vraagstukken te lijf te gaan.
Vraagstukken als hoe zorgen we dat we de banen van onze inwoners kunnen behouden? Hoe zorgen we dat we in de komende crisis het fundament van onze samenleving behouden? Hoe zorgen we ervoor dat we ondanks een crisis onze jongeren kansen blijven bieden op de arbeids- en woningmarkt? Hoe zorgen we dat we de onderlinge solidariteit die we de afgelopen maanden hebben gezien kunnen behouden? Hoe voorkomen we dat onze meest kwetsbaren buiten de boot vallen? En hoe realiseren we die ambities zonder er als gemeente financieel aan onderdoor te gaan?
Voorzitter, de crisis zorgt voor veel onzekerheid, maar de VVD kijkt ook naar de positieve kant, er zal nu een serieus debat gevoerd moeten worden over wat écht belangrijk is en het fundament van onze samenleving vormt. Voorzitter, de VVD geeft daarbij richting. Wij willen deze tijd benutten om veranderingen door te voeren, met als een van de uitgangspunten samenwerken. Alhoewel het heel menselijk is dat organisaties en ondernemers primair gericht zijn op hun eigen voortbestaan, verwachten wij dat ze de samenwerking zoeken. De mate waarin een organisatie de verbinding zoekt met anderen en oog heeft voor de bredere maatschappelijke opgave zou doorslaggevend moeten zijn bij subsidies en gemeentelijk beleid.
Voorzitter, we kunnen niet alles blijven betalen, dus moeten we als overheid terug naar de kern. Wat de Bossche VVD betreft is het adagium daarbij ‘wat we doen, doen we goed en wat we niet kunnen betalen doen we niet’. Niet omdat andere zaken niet zinvol zijn, maar wel omdat ze niet bij de kern behoren van waar een overheid voor op aarde is. We kennen bijvoorbeeld aan groot aantal prijzen en prijsvragen, die zijn leuk, maar volgens mij kunnen we ons geld beter inzetten in het directe belang van de inwoner.
Ten derde moeten wij ervoor kiezen om nog meer in te zetten op preventie. We moeten investeren in sport om de gezondheid en sociale vaardigheden te verbeteren, investeren in onderwijs en talentontwikkeling zodat iedereen de kans heeft mee te doen in onze samenleving. Investeren in onze economie, zodat we ook bij veranderende omstandigheden banen kunnen blijven behouden voor onze inwoners en ’s-Hertogenbosch een economisch powerhouse blijft. Investeren in kansen en mensen zorgt voor een gezonde samenleving, met minder kosten voor jeugdzorg en een veiligere samenleving.
Voorzitter, tijden veranderen en in de oude groef blijven doen wat
je al deed gaat niet helpen. Juist deze tijd moeten we benutten om te innoveren
en nieuwe verbindingen te leggen. Innovatie is van vitaal belang, voor onze
zorg, voor de economie en voor het onderwijs. Maar ook grote ontwikkelingen als
duurzaamheid en de woningbouwplannen vragen om nieuwe manieren van
werken.
Zet onze Den Bosch Datastad in als een kracht, nu we hebben gezien hoe waardevol digitalisering is om de maatschappij – denk aan het thuisonderwijs en het thuiswerken wat we volop deden of doen – draaiende te houden, maar ook aan e-health. Fysieke winkels met een goede webshop combineren het beste van 2 werelden, en het meest weerbaar in deze tijd.
Corona en de economische neergang zijn geen redenen om niet langer te werken/dromen/bouwen aan de stad. Er zijn het afgelopen jaar veel mooie ruimtelijke ontwikkelingen in gang gezet. Juist omdat het de stad weer nieuwe energie, hoop en elan brengt. Denk aan Orthen-links, Boschveld, stadsdelta, EKP-terrein, nieuwbouw WeenerXL, zuidwalkwartier, vierde kwart en centrum Groote wielen, Grasso-Grenco en meest recent rondom station Oost. Mooie ontwikkelingen in wisselende fase van proces, maar allemaal gericht om het fundament van wonen, werken, ontmoeten en leven in ’s-Hertogenbosch blijvend te versterken in de komende 10 jaar.
Voorzitter. Vanuit een sterke financiële situatie zijn we de crisis in gegaan, we kunnen daardoor veel doen om onze samenleving te helpen. We kunnen nu ook anticyclisch investeren, maar de VVD is ook realistisch; we kunnen niet iedereen helpen. En dat moeten we ook niet willen. Want nu strooien met geld is voor de toekomst roulette spelen met basisvoorzieningen. We moeten slim financieel beleid blijven voeren, niet alleen voor onszelf, maar vooral met oog voor wat de portemonnee van de burger kan dragen. Ambities zijn goed, maar waar die ook investeringen vragen van de inwoner moeten we altijd rekening houden met de draagkracht van die inwoner.
Voorzitter, ’s-Hertogenbosch is een gemeente die groot is in MKB. En dat is fijn, want dan zijn we niet afhankelijk van de bedrijfskeuzes of levensvatbaarheid van een enkel groot bedrijf. Maar tegelijkertijd is het MKB ook kwetsbaar. Het betreft vaak ondernemers die hun ziel en zaligheid in hun bedrijf steken en geen grote reserves of grote promotiecampagnes op kunnen zetten. Denk bijvoorbeeld aan onze retailers in de binnenstad die net de economische crisis achter zich hebben gelaten en waar het water net iets lager dan de lippen is komen te staan. En die ondernemers worden nu geraakt door het ontbreken van stromen bezoekers die op het station binnen komen.
Onze musea, horeca en detailhandel hebben het moeilijk. En de
strijd wordt met name voor de kleine detailhandel nog lastiger doordat nog meer
mensen nog meer online bestellen. En als overheid helpen we daar onze winkelier
niet bij. Dan heb kijkt niet per de over ons als lokale overheid, maar met name
de Rijksoverheid. Want waar een winkelier in bijvoorbeeld de Vughterstraat via
belastingen als de precario bijdraagt aan het onderhoud van de straat, het
openbaar vervoer dat de bezoekers naar de straat brengt en het reclamebord dat
hoort bij een fysieke winkel, betaalt een webshop als Amazon amper belasting en
al helemaal niet aan onze voorzieningen. Dus laten we onze eigen middenstander
helpen in de ongelijke strijd tegen buitenlandse webshops. Daar moeten we
richting het Rijk mee aan de slag, zodat ze in Den Haag ook krijgen voor het
MKB en lokale ondernemers, in ’s-Hertogenbosch, Rosmalen, Nuland en Vinkel.